Digitale Geletterdheid De Bodde (personeel)
 
(Advertentie)
(Advertentie)
1 Ik weet dat het verspreiden van nieuws en informatie, media heet.

Tijdens deze les gaan kinderen ervaren wat het is om je mening te geven over een prentenboek. De kinderen leren wat media zijn en dat media invloed hebben op wat je ergens van vindt. De les sluit aan bij de nationale voorleesdagen en jullie houden samen een prentenboekenparade. Een feestje om mee aan de slag te gaan. De les heeft zowel doe- als praatopdrachten en is daardoor afwisselend en interactief.

In deze les leren de leerlingen wat reclame is. Ze maken kennis met verschillende vormen van reclame: folders, televisiereclame, reclame op straat, reclame op spullen… Ze leren wie reclame maakt en met welk doel. De les bevat verschillende doe-opdrachten. De leerlingen maken een reclamecollage. Tijdens de reclamewandeling op straat leren de leerlingen gericht te kijken naar reclame.

3 Ik weet dat er via media gecommuniceerd kan worden.

Tijdens deze les gaan de leerlingen ervaren welke digitale manieren van communiceren er zijn. Ook leren ze op welke wijze zo’n digitale manier van communicatie ingezet wordt.

(Advertentie)
4 Ik kan benoemen dat er verschillende soorten media zijn zoals een krant, tijdschrift, radio, tv, internet.

Tijdens deze les gaan de leerlingen ervaren dat je via verschillende media ideeën kunt krijgen om iets te kopen. Ook leren ze wat deze verschillende media inhouden.

5 Ik herken verschillende vormen van media.

In deze les vergelijken we verschillende mediabronnen aan de hand van weersverwachtingen. Het weerbericht in de krant, op de radio, op televisie en natuurlijk op het internet. Zijn de weerberichten hetzelfde? Wat is hetzelfde, wat is anders? Tot slot controleren we of de verwachting van het weerbericht is uitgekomen. Tijdens deze les gaan de leerlingen het bestaan van diverse media ervaren aan de hand van het weerbericht. Ook leren ze overeenkomsten en verschillen ontdekken. Tot slot gaan ze zelf aan de slag met het weer.

1 Ik kan verschillende soorten media herkennen en benoemen.

Deze Digi-doener gaat over het versturen van wenskaarten. Leerlingen leren antwoorden op vragen als: Wanneer stuur je iemand een kaart? Papier of digitaal? Welke soorten wenskaarten zijn er? Welke informatie staat op de envelop?

(Advertentie)
2 Ik kan verschillende doelen media herkennen en benoemen.

Tijdens deze les gaan de leerlingen ervaren hoe makkelijk het is om nepnieuws te verspreiden. Ook leren ze waarom nepnieuws wordt verspreid.

3 Ik kan vertellen of een mediaboodschap is bedoeld om te vermaken, informeren of te overtuigen.

Tijdens deze les gaan de leerlingen ervaren wat straatkunst is en hoe straatkunst eigenlijk best lijkt op social media. Ook leren ze dat mensen straatkunst maken om een boodschap te vertellen. Hoe kun je een boodschap vertellen op straat als iedereen snel voorbij loopt?

4 Ik begrijp wat de functie en werking van sociale netwerken is.

Tijdens deze les gaan de leerlingen ervaren wat het verschil is tussen poëziealbums en vriendenboekjes enerzijds en informatie delen via internet zoals Snapchat en Facebook anderzijds. Ze maken een profiel zoals in een vriendenboekje dat later een soort Facebook profiel wordt. Hierop gaan twee leerlingen reageren met tekst of met een emoji. Hiermee leren ze over zichzelf te schrijven en tekenen en ook op elkaar te reageren met beeld en tekst.

5 Ik herken ongewenst gedrag en leer hiermee om te gaan.

Deze les gaat over inhoud die leerlingen tegen kunnen komen op het internet. Voor films bestaat er al jaren de Kijkwijzer. Door middel van simpele icoontjes krijgen mensen duidelijkheid waar de film over gaat en voor wie deze geschikt is. Zo kun je vrij makkelijk een afweging maken of je deze film wilt kijken. Voor het internet, en specifiek social media, bestaat er helemaal geen kijkwijzer. En dat terwijl het internet vol staat met informatie en beeldmateriaal die niet geschikt is voor kinderen. De leerlingen gaan tijdens deze les nadenken over de invulling van zo’n social media kijkwijzer. Leerlingen leren zo wat ze tegen kunnen komen op het world wide web en welke emotionele waarde daaraan hangt.

(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)
1 Ik kan omschrijven welke boodschap de maker van een mediaboodschap wil overbrengen.

In deze les maken leerlingen kennis met de manier waarop hun favoriete YouTubers gesponsorde producten aanbevelen in hun video’s. Ze ontdekken dat YouTubers geld moeten verdienen om van te leven én om leuke niet-gesponsorde video’s te kunnen maken. Ze gaan op onderzoek uit op YouTube om te ontdekken hoe dit precies werkt én wat voor invloed het op hen zelf heeft!

2 Ik kan omschrijven waarom ik een mediaboodschap kritisch heb beoordeeld.

Tijdens deze les gaan de leerlingen ervaren dat fake news in veel verschillende vormen voorkomt en vaak lastig is om te herkennen. Ook leren ze wat clickbaits zijn en waar die voor gebruikt worden. Ze maken kennis met deepfake en ze zien wat de invloed van technologie op (nep)nieuws is. Daarnaast krijgen ze krijgen tips om berichten te controleren op echtheid.

3 Ik kan vertellen op welke manieren ik media gebruik (bijvoorbeeld; hoe vaak en welke soorten).

Tijdens deze les gaan de leerlingen, door het doen van een testje, ervaren dat afleiding effect heeft op het concentratievermogen. Ook leren ze dat SIRE een onafhankelijke stichting is die maatschappelijke problemen onder de aandacht wil brengen door middel van filmpjes. De leerlingen komen erachter dat deze filmpjes niet altijd effect hebben en dat ze zelfs ter discussie hebben gestaan. Ze gaan zelf een storyboard maken voor een SIRE-filmpje waarin aandacht wordt gevraagd voor het effect van mobieltjes op de concentratie tijdens het leren van huiswerk.

4 Ik kan vertellen over de wijze waarop media mij verleiden om steeds vaker te kijken, klikken of spelen.

In deze les ontdekken de leerlingen wat brain hacking is. Ze leren dat sommige functies van bijvoorbeeld apps of websites zijn gemaakt om er voor te zorgen dat de gebruiker dingen doet die de makers willen dat hij/ zij doet. Ze leren dus dat niet alles wordt gemaakt om te zorgen dat de gebruiker het zo leuk mogelijk heeft. Overigens is het niet per definitie slecht! Maar hoe, waar en waarom dan? De leerlingen denken na hoe ze zelf zijn gebrainhackt om daar achter komen.

5 Ik kan vertellen over de rol die digitale media in onze levens en in de wereld speelt.

In deze les maken leerlingen kennis met de serieuze kant van avatars. Ze ontdekken dat het niet alleen maar plaatjes zijn die gebruikt worden in games of als profielfoto op social media, maar dat ze tegenwoordig ook ingezet worden in bijvoorbeeld de zorg. Ze gaan natuurlijk ook hun eigen avatar maken. Met alle avatars van de klas speel je daarna het spel ‘Wie is Wie?'. De les heeft zowel doe- als praatopdrachten en is daardoor afwisselend en interactief.